Een deel van het collectief werkte onder begeleiding van Saskia De Coster aan een wachtverhaal – een onderzoek naar de betekenis, zinnigheid en invulling van wachten. De wachtteksten worden verspreid op plekken in Kortrijk waar we onvermijdelijk wachten – aan de kassa van de supermarkt, in een wachtzaal, bij een bushalte … Met dit traject willen we poëzie in het stadsleven brengen, mensen aanzetten om te vertragen, bewust te wachten, te midden van de drukte.
Wachtverhalen2
Barzakh
Tijdens jouw begrafenis van een aantal uren geleden, Stefanie,
mijmerde ik over snelkoppelingen in het ont-zieken.
Hun uiteinden happen naar elkaar toe – bijten zich vast tot ze
kringen vormen in notitiekrabbels van onze psychiaters.
Als patiënte is er geen ontcijferen aan, maar ook artsen,
waaronder jij, kunnen ze niet voorlezen.
Net als andere aangestranden verwelk ik in de achterkamer.
Er is geen herinnering aan mijn (binnen-)treden en verkeren-
in-de-kamer is een axioma. Hoe we moeten wachten op
snelkoppelingen weten we niet. Waarom we toch wachten
hoewel we weten dat ze niet bestaan weten we niet.
Willekeur heeft meer zeggenschap.
We horen een sleutelbos tegen een patiëntenschutting
botsen en zien je je behandelkamer verlaten. Ook jouw
voorhoofd botst doorheen het verdiep op alle kanten van het
torenhoge onthaalbureau. Vermoedelijk heeft erachter een
onthaalbediende zich vast-verscholen. Hoe dichter je komt,
hoe sneller we vatten dat jij ook komt aanstranden.
Jouw intrede in de wachtzaal voelt ziekelijk aan. In al onze
wanhoop houden we vast aan onze waanideeën en veinzen
we dat jij ons toch snelkoppelingen brengt. We verwachten
niets anders dan het geroep van onze namen – maar jij neemt,
met lege handen, tussen ons plaats.
In elke hoek, ook boven onze hoofden, hangen hoekspiegels.
Ze laten slierten verflenste huid zien en waar onze ogen
zouden moeten zitten, kleven cirkelspiralen. Spiegels werken
niet. Alles buiten de wachtzaal valt weg. Buiten de wachtzaal
is (er) niets. Het enige wat geschapen blijft zijn aangestrande
zieken en uitgeputte spiegels – want buiten de wachtzaal is er
niets. Als een arts op zichzelf wacht, wachten we op niemand.
Ik was te achterlijk om te geloven dat ook artsen soms de weg
uit eigen kringen en krabbels niet kunnen vinden. Ze zeggen
wat maar ze bedoelen niet wat. Er is geen mijmeren meer aan,
Stefanie, want – ook bij God is er een wachtzaal. Daar, boven,
vinden we onze snelkoppelingen wel.

Over de kunstenaars
Imane Karroumi & Merel Van de Casteele
Imane Karroumi
Imane Karroumi El Bouchtati aka Maantje (°2001, Mechelen) is schrijfster en woordkunstenaar. Als kind won ze onder andere ‘De Wondere Pluim 2013 Antwerpen’ in haar leeftijdscategorie met een filosofisch geladen kortverhaal. Sindsdien sloot ze zich aan bij schrijverscollectieven, werkte ze mee aan kleine theaterproducties en draagt ze steeds bij aan literaire evenementen. Als psychiatrische patiënte duikt ze in vraagstukken over hoe onbewuste, cognitieve logica’s literair niet geuit maar enkel benaderd kunnen worden – zoals bij een asymptoot. Ze studeert Wijsbegeerte in Gent en verzamelt antieke, Riffijns-Berberse juwelen en boeken.

Merel Van de Casteele
Merel Van de Casteele (°1995, Kortrijk, Belgium) woont en creëert in Kortrijk. In 2017 behaalde ze haar master aan de Luca School of Arts.
'Mijn werk is een interactie tussen tekenen en sculptuur, de gelaagde relatie tussen mens, object en omgeving verkennend. De cluster van beelden en objecten komt samen in een wereld van kennen en herkennen, waar ze, door hun installatie en plaatsing ten opzichte van elkaar, steeds veranderende vragen belichamen.'
